Een aangrijpend, diepmenselijk drama over vertrouwen in en zich geven aan elkaar. {(Ƿƛφȍʄ)²} De jonge Catherine krijgt af te rekenen met de dood van haar vader, de briljante, maar labiele Robert die ze jarenlang verzorgd heeft. Bovendien komt haar oudere zus, van wie ze een hele tijd niks meer hoorde, zich met alles en nog wat bemoeien. Hal, een oud-student van Robert, hoopt bruikbaar materiaal te vinden in een stapel notaboeken die haar vader heeft nagelaten. Catherine probeert dit alles te verwerken. Maar vooral is ze bezig met de vraag hoeveel ze van het genie én van de krankzinnigheid van haar vader geërfd heeft. En dan komt er een geniaal wiskundig bewijs boven water…
|